Warmtepompen
Werking warmtepomp
Een warmtepomp is een milieuvriendelijk alternatief voor een “gewone” traditionele verwarmingsketel op aardgas of stookolie.
Een warmtepomp onttrekt de natuurlijke warmte uit lucht, grond of water en brengt deze van een relatief lage temperatuur naar een hogere temperatuur.
De meeste warmtepompen werken met een speciale vloeistof dat verdampt bij lage temperatuur en de damp bij hogere temperatuur laat condenseren. Met andere worden: het is een proces met een cyclus: het kookpunt moet worden verlaagd door een afname van druk (hetgeen gebeurt in een turbine of smoorventiel) en vervolgens moet het kookpunt opnieuw verhoogd worden (hetgeen gebeurt met een compressor).
De ‘arbeid’ bevindt zich in de compressor (= pomp) en het is deze die de elektriciteit verbruikt. De compressor zorgt er met andere woorden voor dat de warmte uit de grond, lucht of het water wordt gehaald.
De hele cyclus bestaat dus uit 4 verschillende fasen waarbij elke fase zijn eigen element heeft:
- De verdamper: Om te zorgen voor de lagere druk zodat de warmte uit de omgeving kan worden gehaald De vloeistof verdampt en slaat de warmte op.
- De compressor: Zorgt voor de hogere druk en zal de gassen uit de verdamper zuigen en de vloeistof samen drukken waardoor de temperatuur stijgt.
- De condensor: Zal instaan voor het condenseren. Wanneer de temperatuur is gestegen tot het kookpunt zal de damp condenseren (= terug vloeibaar worden).
- De ontspanner (het expansieventiel): Zorgt er voor dat het koelmiddel opnieuw terugkeert naar lagere druk, waardoor deze opnieuw gasvormig wordt en de cyclus opnieuw kan beginnen.
Wanneer is een warmtepomp interessant?
Een warmtepomp is enkel een goed alternatief wanneer de woning zeer goed geïsoleerd is en men kan werken met lage temperatuurverwarming, bvb vloerverwarming, wandverwarming, laagtemperatuur convectoren etc.